Willen-maar-(nog)-niet-kunnen. Over Jeroen Olyslaegers, 'WIL'
Met WIL publiceert Jeroen Olyslaegers het langverwachte sluitstuk van zijn W-trilogie. Waar WIJ (2009) en Winst (2012) het failliet toonden van respectievelijk de (Europese) samenleving en dat van de kunstwereld en bankensector, zoomt WIL in op de Antwerpse Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verteller Wilfried Wils, hulpagent op pensioen, richt zich in een uitvoerige mea culpa tot zijn achterkleinzoon. Vanuit ‘Café Terminus’ overloopt hij zijn leven, gevuld met verdriet en schaamte: zijn vrouw heeft zich doodgedronken, zijn kleindochter heeft zelfmoord gepleegd, zijn beste vriend heeft hem verraden. Wilfried neemt de lezer op sleeptouw door de stad Antwerpen en leest uit de straten verhalen af uit zijn ver en recent verleden, verhalen die een sterke samenhang blijken te vertonen. Die samenhang is echter zeer lineair – alle stukjes vallen aan het eind (te) mooi samen – en dient vooral als kader voor nogal banale bespiegelingen over het leven en de oorlog.