Dreigende ondertonen. Over 'Al het blauw' van Peter Terrin
Het brede publiek kent Peter Terrin vooral van zijn (prijswinnende) romans en verhalenbundels. Minder bekend is dat de auteur zich in de loop der jaren ook een aantal keer aan toneel heeft gewaagd. Zo schreef hij in 2013 de tekst Acqua azzurra voor het theatergezelschap Barre Weldaad (onder regie van Barbara Vandendriessche). Het stuk vertelt over de romance tussen de jonge student Marc en de twintig jaar oudere Carla. Zij baat het café uit van het plaatselijke zwembad ‘Het Dolfijntje’ en is ongelukkig getrouwd met haar man John, die losse handjes heeft. De relatie tussen Marc en Carla kent een passionele start maar komt abrupt ten einde als zij zwanger wordt, hij haar tegen haar zin tot abortus aanzet en haar vervolgens verlaat. In het verhaalkader van het stuk zoekt Marc Carla twaalf jaar na dato opnieuw op – een ontmoeting waarbij hun ongeboren kind letterlijk en figuurlijk als een schim uit het verleden tussen hen instaat. Misschien wilde Terrin de romance uit Acqua azzurra redden van de vergetelheid die typisch is voor theaterteksten. In zijn nieuwste boek Al het blauw heeft de Vlaamse auteur dezelfde liefdesgeschiedenis namelijk tot een voldragen roman herwerkt. Het ‘12-jaar-later’-kader uit het toneelstuk werd geschrapt, en onder andere het hoofdpersonage en de zwembadbar waar Carla werkt kregen een andere naam: in Al het blauw is het de 19-jarige Simon die (samen met zijn beste vriend die Marc heet) café Azzurra frequenteert. Voor het overige behield Terrin de grote lijnen van de oorspronkelijke plot. Bestaande (theater)scènes verweefde hij met nieuw materiaal tot een fris geheel, en de setting, de personages en de thema’s werkte hij verder uit. Het resultaat is een indringende roman-in-vijf-bedrijven, die met name de stilistische kwaliteiten waarvoor de auteur in het verleden reeds geprezen werd, nogmaals onderstreept.