Het gulzig sterven. Over 'Zombie zoekt zielgeno(o)t' van Jan Lauwereyns
Het is een opmerking om enigszins wantrouwig van te worden, of zelfs een beetje baldadig: de nieuwe gedichtenbundel van Jan Lauwereyns (1969) zou ‘compleet onvertaalbaar’ zijn. Behalve ronkende binnenflaptaal, is dit hoogstwaarschijnlijk ook een plaagstootje (zeker gezien het fonds van Koppernik, de uitgeverij in kwestie, voor een aanzienlijk deel uit vertaalde literatuur bestaat). Lauwereyns is behalve schrijver ook neurowetenschapper en is in die hoedanigheid woon- en werkzaam geweest in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Inmiddels doceert de geboren Belg al bijna anderhalf decennium aan de Universiteit van Fukuoka (Japan). Wil dit allemaal iets zeggen over (on)vertaalbaarheid? Misschien niet, maar deze factoren zeggen wel iets over Lauwereyns’ relatie tot het Nederlands en dáár gaat Zombie zoekt zielgeno(o)t in mijn ogen nog het meest over.