Iemand zei me: 'Ik wil een documentaire over je maken, maar ik kan niet van je houden'

Elianne van Elderen (Eerste laureaat poëzie Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs 2018)

Smaakmaker bij DW B 2018 3: Frankenstein 200 jaar: Mary Shelley herleeft

Vakantiewerk bij bootverhuur ‘Anja’

 

Toen ik zeven was stopte ik drie wandelende takken in een jampot
en telde ik de dagen tot ze doodgingen. Sinds ik Thomas ontmoet heb,
turf ik de dagen op de lat onder mijn bed. In het rokershok
zegt hij dat hij aquatische ecotechnologie heeft gestudeerd
en ik droom vaak over waterrampen. 

 

Ik probeerde zijn oogkleur te vinden
op de verfafdeling in een bouwmarkt.
‘Zwijgen’ (Kleurcode: GN 005-07),
'Parnassia' (Kleurcode: GN 006-07),
en 'Vloed' (Kleurcode: GN 007-09)
komen het meest in de buurt. 

 

Op www.wikihow.com lees ik een stap-voor-stapuitleg:
‘How to be a very cold and quiet person.’ Ik heb geen 10 000 uren

nodig om ergens expert in te worden. Op Tinder zocht iemand
naar bijles Grieks en verwachtte verder niets van mij.
 

 

We worden alleen verliefd in de zomer,

wanneer de blauwe plekken zichtbaar zijn

op onze knieën, alsof we willen laten zien:

‘Kijk hoe vaak ik ben gevallen, breng me nu maar weer omhoog.'

Ik heb vrienden die een Wikipediapagina verdienen

 

Op het verjaardagsfeest van Willemijn praten we
over het paarse littekenweefsel op mijn knie.
Nina leest mij uit de National Geographic voor:
‘Mijn buurman, varenspecialist Peter Hovenkamp,
vindt een mierennest in zijn schoen.’
Als ik dronken ben, kan ik harder bijten
op de binnenkanten van mijn wangen dan normaal. 

 

Mijn oma vergeet soms dat het uit is en blijft maar vragen
wanneer hij langskomt. Ik gaf de koelkastmagneten die Thomas
uit Boedapest voor me meenam aan de kringloopwinkel,
de sneeuwbol had ik al kapot laten vallen. 

 

Wikipedia onderscheidt rustgevende en bedreigende stiltes.
We hebben elkaar al drie dagen niet gesproken, ik ben weer beginnen
roken, ik heb gegoogeld ‘Hoe lang duurt de winter?’
Toen mijn moeder vroeg waar ik was, zei ik niks.

 

 

In mijn koelkast staat nog een bakje smeerkaas
met zijn mesafdrukken erin. Ik kweek er inmiddels
schimmel op.

Jökulsárlón

 

Met een caleidoscoop aan mijn rechteroog
leer ik welke planten giftig zijn, hoe vaak
ik mijn handen zal moeten wassen na
een vliegenzwam te hebben aangeraakt,

hoe ik het best dood kan gaan 

(onderkoeling in een IJslands gletsjermeer).

 

De eerste keer dat ik mijn vaders scheerschuim stal om de haren 

van de moedervlek op mijn kin weg te halen, ging het nog
niet mis. Ik val alleen op jongens die zichzelf kapotmaken.
Er is een reden waarom we entreegeld betalen voor ruïnes.
Door het Facebookalgoritme krijg ik al drie dagen advertenties
van regenjassen uit Reykjavik. Ik heb drie evacuatieplannen gemaakt,
maar vergeet ze uit te voeren.

 

Ik ken weinig jongens die bang zijn om te laat te komen.

 

Op mijn drieëntwintigste ontvriendde ik hem op Facebook
en veranderde ik mijn profielfoto niet. Ik raakte mijn ANWB-reisgids van Scandinavië kwijt
en hij zegt: ‘Ik wil wel een documentaire over je maken,
maar ik kan niet van je houden.’

 

Met mijn vingers kan ik schaduwen op het tentzeil werpen

zonder te weten welke diersoorten ze representeren.
Door de kou worden de bloedvaten in je handen kleiner,

de diersoorten worden steeds onduidelijker, we sterven vanzelf uit.

 

Thomas zegt: ‘De eerste keer is wennen omdat je het niet kent’, 

en ik zeg: ‘Ik ken weinig jongens die bang zijn om te laat te komen.’

 

 

Eerste laureaat poëzie van Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs 2018.