Aflevering 3 - Van Ludwig Wittgenstein tot Marguerite Duras
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Bestaat er literatuur die knettert en vonkt op het podium én op het papier? En die verbale muziek verzoent met bodemloze conceptuele diepte? En hoe gaat het eraan toe in de spannende wereld van de podcasts? Kortom, hoe schrijven we uitdagende literatuur, vernieuwend qua stijl en toon, maar toch ontegensprekelijk een lust voor het oor? Of hoe brengen we luidop een tekst waar ook op doorgedacht kan worden, nog lang na het horen?
In de focus Horen en gehoord worden. Luisterliteratuur in de Lage Landen serveert DW B met curator Jens Meijen een gewaagde verkenning van het landschap.
Dit interactieve nummer kan volop ‘gelezen’ worden met de oren. Op onze soundCloudpagina kan u genieten van heel wat luistervoer, zoals alle teksten uit de focus, ingesproken door de auteurs.
Dit nummer dragen we met verdriet in het hart op aan Bernard Dewulf, onze geëerde ex-redacteur, die zo goed kon luisteren, kijken en schrijven.
Horen en gehoord worden. Luisterliteratuur in de Lage Landen kun je lezen, maar het nummer is ook volledig te beluisteren op onze SoundCloud-pagina. Om het element van de performance niet te verliezen, zijn alle teksten ook ingesproken door de auteur(s).
De beelden in dit nummer werden gebruikt als artwork van vinyluitgaven op het muzieklabel audioMER. audioMER legt zich toe op het uitgeven van experimentele en andere muziek, met een sterke focus op artwork.
In haar bijdrage voor Horen en gehoord worden. Luisterliteratuur in de Lage Landen breekt Aafje de Roest een lans voor hiphop als luisterliteratuur, met de Iraans-Nederlandse muzikante Sevdaliza als muze.
Canonenquête
Welke boeken doen er écht toe? Vul de Canonenquête 2022 nu in en praat mee over de Nederlandstalige literaire canon! Deze enquête wil de discussie openen over de rollen en functies die een canon anno 2022 kan hebben én natuurlijk de lastigste vraag beantwoorden: welke werken behoren er volgens jou tot die Nederlandstalige canon? De enquête sluit op 19 juni 2022 en de uitslag wordt bekend gemaakt in de Week van het Nederlands, die start op 1 oktober 2022.
Op 16 mei vond de prijsuitreiking plaats van Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs. De teksten van de winnaars vindt u terug in onze rubriek Jong Talent.
In april 2020 startte Erik de Smedt met een SoundCloud-kanaal. Hierop plaatste hij voornamelijk opnames van door hem vertaalde (oorspronkelijk Duitstalige) gedichten en kort proza. Met honderd tracks is het project voltooid. De eerste tien tracks kan u – met een woordje uitleg van de maker erbij –beluisteren via onze website.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf maandelijks voor verse leeswaren. Hij signaleert dit keer een zestal opmerkelijke boeken en originele publicaties, essayistiek en nieuwigheden.
DW B positioneert zich stevig middenin het literaire debat. Bekijk hieronder de nieuwste literaire kritieken.
14 okt. 2018 19:30
Ik open de deur van wat aan de buitenkant een donker, imposant gebouw lijkt. Een stadspaleis zegt men, dat op veel mensen een afschrikwekkend, haast kafkaëske indruk maakt. Van binnen loopt een wirwar van gangen en trappen. Het lijkt haast een grote tredmolen, waarin mensen af en aan bewegen, onvermoeibaar, schijnbaar althans, zich inspannend voor de goede zaak. Bij de entree staat een bord, een van de vele, met een pijl. Een regel van Paul Bogaerts de slalom soft schiet me te binnen: ‘Naast de ingang staat er een pijl naar de ingang.’ De portier kijkt toe en ziet hoe ik op mijn beurt naar het bord met de pijl staar. Opnieuw denk ik aan een regel van Bogaert: ‘absurde controle van de controle.’ Vlug klim ik drie trappen omhoog en kom ik aan in mijn kantoor met uitzicht over de daken van Amsterdam, waar zo nu en dan een zwerm ganzen vliegt, op de vlucht voor het koude weer. Iedere dag doe ik hetzelfde: ik start m’n veel te trage computer op, ik loop naar de koffieautomaat voor de tweede kop van de dag, loop terug, neem plaats, open mijn inbox en glijd tussen een haast onophoudelijke stroom van boodschappen die rond worden gepompt. Ogenschijnlijk zijn ze allen van belang, maar de ambtenaar weet wel beter: wie een paar dagen wacht ziet dat de meeste vragen zich vanzelf oplossen, als sneeuw voor de zon. Mensen stromen het gebouw in met het idee dat er wat te halen valt, anderen gaan opgewonden of juist een illusie armer weer naar buiten en verdwijnen in het verkeer dat al evenzeer rondpompt, als de bloedbanen van de stad.
5 okt. 2018 19:37
Waarom keert Atte Jongstra (1956), gevierd en doorgewinterd prozaschrijver, naar de poëzie terug? Wat kan de poëzie voor hem betekenen dat het proza niet vermag? Zulke vragen rijzen na de publicatie van Furunkel (2018), zijn nieuwste dichtbundel. Jongstra heeft de poëzie altijd als een buitenbeentje in zijn oeuvre gekoesterd. Eerder publiceerde hij onder het pseudoniem Arno Breekveld de bundels De hortus (1992) en Zeppelin (1994). Een selectie gedichten daaruit werd gebundeld in Zwart uit de wondermond (2006). Daarna heeft Jongstra meer dan tien jaar geen bundel meer gepubliceerd. Enkele gedichten verschenen wel in tijdschriften als De Revisor en DW B. Als romanschrijver is de auteur volgens mij het meest bekend. Zeker titels als Groente (1991) en Worst (2014) zijn iconisch te noemen. Voor zijn romans en verhalen heeft hij ook al diverse prijzen in de wacht gesleept.
2 okt. 2018 19:40
Beste wolven,
14 aug. 2018 19:58
Met Blauwboek, gedichten voor de grote reuzin zet Peter Holvoet-Hanssen een nieuwe stap in zijn poëtische exploraties. Het is een van zijn favoriete woorden: exploratie. Niet navigeren, zoals je misschien bij een kapitein zou verwachten, ook niet sturen, of verkennen; nee, deze dichter voert exploraties uit. Hij verkent voor hem onbekend terrein. In kaart brengen, iets wat Holvoet-Hanssen eens letterlijk heeft uitgevoerd, is slechts een eerste betekenis van het woord exploratie. Het in kaart brengen van onbekend gebied heeft vaak als doel de opsporing van delfstoffen. Er is bovendien nog een derde betekenis. In een meer medische zin duidt exploratie op het onderzoeken van het lichaam, vaak een inwendig onderzoek dat plaatsheeft via een buitenaf toegankelijk orgaan. Verkennen, diagnosticeren, ontginnen – drie vormen van exploratie. Alle drie zijn het kwalificaties die van toepassing zijn op het werk van Peter Holvoet-Hanssen.
10 aug. 2018 20:07
Woede is de emotie die misschien wel het best in verband kan worden gebracht met het huidige tijdsgewricht. Enerzijds is er een algeheel gevoel van onvermogen over allerlei plotselinge veranderingen – of juist het fundamentele gebrek daaraan. Anderzijds is de verheven positie waarin de ander zich plaatst vaak een bron van woede. Of dit nu de moreel verheven positie betreft van zogenaamde Gutmenschen of boze witte mannen die alles willen white- of mansplainen.
2 aug. 2018 20:12
‘Maar er is geen tijd voor uitvoerig naturalisme’, vermaant Skip zichzelf wanneer ze haar eerste indrukken in het huis van de familie Zeno beschrijft. Na enkele jaren zeilen keert Nynke Nauta – roepnaam Skip – terug naar Amsterdam, waar ze haar jeugd afwisselend bij haar depressieve moeder in een achterstandswijk en bij de blakende Zeno’s in de binnenstad doorbracht. Beide locaties zouden het decor van een hedendaags naturalisme kunnen zijn. De combinatie ervan belooft een panoramisch realisme waarin de sociale klassen in relatie tot elkaar getoond worden. In de hedendaagse Nederlandstalige literatuur, waarin de arbeidersklasse überhaupt weinig zichtbaar is, zou zoiets al snel een witte raaf zijn. Sociale mobiliteit en klassencontact lijken buiten de multiculturele coming-of-age roman – denk aan Het gym (2010) van Karin Amatmoekrim – nauwelijks voorstelbaar.