(On)bewoonbaar. Over 'Komijnsplitsers' van Marieke Lucas Rijneveld
‘Voor alle mensenkinderen’, zo luidt de opdracht die Marieke Lucas Rijneveld aan zijn recentste bundel Komijnsplitsers laat voorafgaan. Dat is niet niets. Een dichter die zich richt tot iedereen. De term ‘mensenkinderen’ heeft daarenboven een vaag religieuze en spirituele connotatie. Maakt dat de ambitie van de bundel niet nog groter? Wellicht te groot? De poëzie als een nieuw evangelie? Als een goede boodschap? Zijn de tijden inmiddels zo kil en koud geworden dat we daar opnieuw behoefte aan hebben? Het opvallende succes van Rijnevelds werk - met de eerste Boon-literatuurprijs als recentste bekroning - maakt in elk geval duidelijk dat het een gevoelige snaar bij zijn lezers raakt. Een van de sterktes van de bundel is in elk geval dat zijn opdracht niet ironisch bedoeld is. Als er zelfrelativering in de bundel zit - en de titel die zoveel als ‘muggenzifters’ betekent, lijkt dat toch te suggereren - dan in elk geval niet in zijn verlangen om om iets mee te delen.