Het decembernummer van DW B is gewijd aan één woord – een woord met ten minste drie verschillende betekenissen: ‘afschrijven’. Het gebeurt vaker dat eenzelfde woord in Nederland en Vlaanderen een andere lading krijgt. Zo heet het kopiëren van de stijl van een literaire held in Nederland ‘overschrijven’, terwijl Vlamingen wel spreken van ‘afschrijven’.

Maar je kunt je literaire held ook ‘afschrijven’ in een andere zin: hem of haar laten vallen. Jarenlang herlees je dezelfde boeken, tot de dag komt waarop je merkt dat de betovering is verdwenen. De liefde is voorbij. Zowel in Nederland als in Vlaanderen is dit de tweede betekenis van ‘afschrijven’.

En dan is er nog een derde betekenis: ‘afschrijven’ als in ‘het van je af schrijven’. Taal gebruiken om emoties of gebeurtenissen van je af te zetten, zodat hun negatieve gewicht verdwijnt en je er als schrijver beter mee leert omgaan.


Met bijdragen van Alara Adilow, Arnoud van Adrichem, Patrick Bassant, Anneke Brassinga, Elma van Haren, Erwin Jans, Atte Jongstra, Daniël Rovers, Alfred Schaffer en Julien Staartjes.

Naast de focus bevat deze DW B de eerste Maurice Gilliams-lezing, geschreven door Charlotte Van den Broeck. De
publicatie kwam tot stand in samenwerking met de stichting Vita Brevis.


Vrije bijdragen van Elke Couchez, Liesbeth D'Hoker, Lotje Steins Bisschop, Robert Steltenpool, Wout Waanders en A.E. Westerling.


Bij deze editie:

Smaakmaker

Arnoud van Adrichem schreef een voorwoord bij dit nummer:

'Uiteindelijk is het de lezer die deze teksten herschrijft, overschrijft en afschrijft – en zo de literatuur telkens opnieuw tot leven wekt. Misschien is
dat wel de mooiste betekenis van dit woord: het scheppen van iets nieuws uit wat geschreven staat.'

 

Beelden

De Belgische kunstenaar Willem Boel (Sint-Niklaas, 1983) woont en werkt in Gent. Sinds 2009 ontwikkelde hij een interdisciplinair oeuvre met nadruk op installaties – vaak monumentale werken in de publieke ruimte. Het afgelopen decennium verschoof zijn aandacht naar schilderkunst in twee en drie dimensies. Parallel aan deze schilderkundige exploraties creëert Boel ijzeren en skeletachtige stalen constructies.


Nieuws

Abo-actie

Neem een abonnement op jaargang 2026 en u krijgt het nummer Afgeschreven helden er gratis bij. Voor slechts 60 euro ontvangt u vijf prachtige nummers vol literair talent van jong tot oud en met beelden van aanstormende kunstenaars.

Dit zijn de thema's van jaargang 2026:

  • Lichamen van verzet - curator: Alara Adilow
  • Bloomsday Oostende - curator: Koen Peeters
  • Cartografie - curator: Maarten Inghels
  • Antarctica - curator: Patrick Bassant

@The Untold

Fotoreportage redactievergadering

Aan een DW B-nummer gaat veel werk vooraf. In deze reportage krijgt u een blik op de redactievergadering, waar wordt nagedacht en gediscussieerd over de inhoud van nummers.

 

Inktpodcast

Op zoek naar nieuw luistervoer? Luister naar nieuwe afleveringen van de Inktpodcast!

 

 

 

 

Literaire kritieken

DW B positioneert zich stevig middenin het literaire debat. Bekijk hieronder de nieuwste literaire kritieken.

'Alles moet geblust worden' - 'Goede mannen' van Arnon Grunberg

Alsof hij moedwillig een open deur intrapt, zo gaat de meest recente vuistdikke roman Goede mannen van veelschrijver Arnon Grunberg van start. ‘De Pool deed wat hij zijn hele leven al wilde doen, hij was brandweerman. Eigenlijk heette hij Geniek Janowski, maar iedereen noemde hem de Pool en op een gegeven moment had hij die bijnaam geaccepteerd zoals je borstelige wenkbrauwen accepteert.’

Lees meer »

'Kom, maar hoop niet op een sprookje'. Over Annemarie Estors crime poem 'Niemandslandnacht'

Een crime-poem. Dat staat er als ondertitel op de kaft van Annemarie Estors nieuwe bundel Niemandslandnacht. Bestaat dat genre überhaupt? Is het levensvatbaar? Dit boekje is – net zoals het hoofdpersonage zelf, zo zal blijken – het bloedmooie, dwarse resultaat van het doorbreken van wetten en categorieën. Ook eerder al, met De oksels van de bok (2012), experimenteerde Estor met mengvormen tussen poëzie en verhalend proza. Met Niemandslandnacht gaat Estor nog een stap verder door haar sowieso al exuberante poëzie te combineren met de ‘lagere’ genres van de misdaadnovelle en de science fiction.

Lees meer »

Het klopt echt. 'Zus' van Jan Lauwereyns

Er is een rijke en nog steeds levende traditie in de literatuurkritiek die de tekst, het verhaal, de beeldspraak slechts als de oppervlakte van een werk ziet. Onder het oppervlak zit een diepte die lezers kunnen achterhalen als ze de boortoren van de psychoanalyse, het marxisme, het structuralisme, enzovoort in werking stellen. Een lezer hoort op zoek te gaan naar diepgang. Dat oppervlak kan ook een schatkist zijn, die veel belooft maar stevig op slot is en waarvoor de lezer dus een sleutel nodig heeft. De sleutel tot het werk geeft hem of haar toegang tot ongeziene rijkdom van betekenis, suggereert dat beeld. Wat er onder het oppervlak zit, is waardevoller dan wat er direct waarneembaar is.

Lees meer »

In dit procespaleis. Over 'Zo kan het niet langer' van Paul Bogaert

Ik open de deur van wat aan de buitenkant een donker, imposant gebouw lijkt. Een stadspaleis zegt men, dat op veel mensen een afschrikwekkend, haast kafkaëske indruk maakt. Van binnen loopt een wirwar van gangen en trappen. Het lijkt haast een grote tredmolen, waarin mensen af en aan bewegen, onvermoeibaar, schijnbaar althans, zich inspannend voor de goede zaak. Bij de entree staat een bord, een van de vele, met een pijl. Een regel van Paul Bogaerts de slalom soft schiet me te binnen: ‘Naast de ingang staat er een pijl naar de ingang.’ De portier kijkt toe en ziet hoe ik op mijn beurt naar het bord met de pijl staar. Opnieuw denk ik aan een regel van Bogaert: ‘absurde controle van de controle.’ Vlug klim ik drie trappen omhoog en kom ik aan in mijn kantoor met uitzicht over de daken van Amsterdam, waar zo nu en dan een zwerm ganzen vliegt, op de vlucht voor het koude weer. Iedere dag doe ik hetzelfde: ik start m’n veel te trage computer op, ik loop naar de koffieautomaat voor de tweede kop van de dag, loop terug, neem plaats, open mijn inbox en glijd tussen een haast onophoudelijke stroom van boodschappen die rond worden gepompt. Ogenschijnlijk zijn ze allen van belang, maar de ambtenaar weet wel beter: wie een paar dagen wacht ziet dat de meeste vragen zich vanzelf oplossen, als sneeuw voor de zon. Mensen stromen het gebouw in met het idee dat er wat te halen valt, anderen gaan opgewonden of juist een illusie armer weer naar buiten en verdwijnen in het verkeer dat al evenzeer rondpompt, als de bloedbanen van de stad.

Lees meer »

De wedergeboorte van een dichter? Over 'Furunkel' van Atte Jongstra

Waarom keert Atte Jongstra (1956), gevierd en doorgewinterd prozaschrijver, naar de poëzie terug? Wat kan de poëzie voor hem betekenen dat het proza niet vermag? Zulke vragen rijzen na de publicatie van Furunkel (2018), zijn nieuwste dichtbundel. Jongstra heeft de poëzie altijd als een buitenbeentje in zijn oeuvre gekoesterd. Eerder publiceerde hij onder het pseudoniem Arno Breekveld de bundels De hortus (1992) en Zeppelin (1994). Een selectie gedichten daaruit werd gebundeld in Zwart uit de wondermond (2006). Daarna heeft Jongstra meer dan tien jaar geen bundel meer gepubliceerd. Enkele gedichten verschenen wel in tijdschriften als De Revisor en DW B. Als romanschrijver is de auteur volgens mij het meest bekend. Zeker titels als Groente (1991) en Worst (2014) zijn iconisch te noemen. Voor zijn romans en verhalen heeft hij ook al diverse prijzen in de wacht gesleept.

Lees meer »