Het surrealisme geldt als een van de belangrijkste kunststromingen van de twintigste eeuw die vooral de poëzie, de beeldende kunst en de cinema diepgaand beïnvloed heeft en tot op de dag van vandaag resoneert in de kunsten. Omdat het surrealisme dit jaar precies een eeuw bestaat, gingen DW B en het Brusselse kunstencentrum Bozar een partnerschap aan om samen een feestelijk boeknummer over de beroemde avant-gardestroming te maken.

Onder de titel Droom. Revolutie. Poëzie. Surrealisme in België exploreren Tom Van de Voorde (Bozar) en Elma van Haren (DW B) de wereld van de droom, de fantasie en het onderbewuste. Zo nodigden zij vijftien auteurs uit om te reageren op een van de surrealistische meesterwerken die deel uitmaken van de expositie Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België bij Bozar. Werken van onder anderen René Magritte, Jane Graverol en Marcel Mariën worden van een literaire reflectie voorzien door een keur aan gevestigde namen en jonge talenten. Ook bevat hun boeknummer vertalingen van cruciale teksten van bijvoorbeeld Paul Nougé, dichter en ideoloog van het surrealisme in België.


Met bijdragen van Sulaiman Addonia, Patrick Bassant, Kurt De Boodt, Jutta Callebaut, Achille Chavée, Astrid Haerens, Elma van Haren, Marcel Lecomte, Lisette Lombé, Vincent Van Meenen, Jens Meijen, Paul Nougé, Koen Peeters, Yves Petry, Elke de Rijcke, Louis Scutenaire, Peter Verhelst, Tom Van de Voorde, David Weel, Thom Wijenberg, Daniëlle Zawadi en Emma Zuiderveen. De vertalingen in dit nummer zijn van de hand van Piet Joostens en Katelijne De Vuyst.

 


Bij deze editie:

Smaakmaker

De inleiding van Droom. Revolutie. Poëzie. Surrealisme in België werd geschreven door de curatoren Tom Van de Voorde en Elma van Haren.

'Vrijheid, anti‑burgerlijkheid en revolutionair denken gingen samen met een hang naar dromen, ongebreidelde fantasie en een ongebruikelijke vorm van schoonheid. Zowat op alle continenten ontstonden er varianten op het surrealisme, waardoor het een van de meest internationale bewegingen uit de kunstgeschiedenis is.'

Marcel Mariën, De Tao, 1976, assemblage, Charleroi, Collectie van de Provincie Henegouwen – In bewaring bij BPS22. ©Fondation Marcel Mariën – L’activité surréaliste en Belgique

Beelden

De beelden in dit nummer zijn surrealistische meesterwerken die deel uitmaken van de expositie Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België bij Bozar.

 

 

 

 

 

René Magritte De toekomst der standbeelden, 1937, olieverf op gips, Tate, verworven in 1981, inv. T03258. © Succession René Magritte - Sabam Belgium 2024. Foto: Tate

Presentatie

Op woensdag 20 maart om 20 uur presenteren we het nummer Droom. Revolutie. Poëzie. Surrealisme in België in Bozar. Sulaiman Addonia, Elke de Rijcke, Astrid Haerens, Lisette Lombé en Peter Verhelst begeleiden het publiek langs hun favoriete schilderij in de tentoonstelling Histoire de ne pas rire. Surrealisme in België en reciteren literaire teksten geïnspireerd op het werk van de surrealisten. (deze avond is al uitverkocht!)

We presenteren het nummer een tweede keer op donderdag 28 maart om 19u20 tijdens Bozar All Over the P(a)lace. Elma van Haren en Piet Joostens brengen hun bijdrage in het nummer tot leven op het podium.  Quatuor Tana zorgt voor de muziek.

Alle informatie vindt u hier.

Giorgio de Chirico, De genoegens van de dichter, 1912, olie op doek, Esther Grether Family Collection. ©SABAM 2024. Foto ©Robert Bayer, Bildpunkt AG, CH-4142 Münchenstein


Nieuws

Reportage presentatie DW B-nummer in Bozar

Op woensdag 20 maart om 20 uur presenteerden we het nummer Droom. Revolutie. Poëzie. Surrealisme in België in Bozar. Sulaiman Addonia, Elke de Rijcke, Astrid Haerens, Lisette Lombé en Peter Verhelst begeleiden het publiek langs hun favoriete schilderij in de tentoonstelling Histoire de ne pas rire. Surrealisme in België en lazen literaire teksten geïnspireerd op het werk van de surrealisten. 

Jef Van Eynde zorgde voor een fotoreportage

Giorgio de Chirico, De genoegens van de dichter, 1912, olie op doek, Esther Grether Family Collection. ©SABAM 2024. Foto ©Robert Bayer, Bildpunkt AG, CH-4142 Münchenstein

Presentatie DW B-nummer in Bozar

Op woensdag 20 maart om 20 uur presenteren we het nummer Droom. Revolutie. Poëzie. Surrealisme in België in Bozar. Sulaiman Addonia, Elke de Rijcke, Astrid Haerens, Lisette Lombé en Peter Verhelst begeleiden het publiek langs hun favoriete schilderij in de tentoonstelling Histoire de ne pas rire. Surrealisme in België en reciteren literaire teksten geïnspireerd op het werk van de surrealisten. 

(deze avond is al uitverkocht!)

We presenteren het nummer een tweede keer op donderdag 28 maart om 19u20 tijdens Bozar All Over the P(a)lace. Elma van Haren en Piet Joosten brengen hun bijdrage in het nummer tot leven op het podium.  Quatuor Tana zorgt voor de muziek.

Alle informatie vindt u hier.

Nieuwe afleveringen van de Inktpodcast

De Inktpodcast, een project van schrijver Patrick Bassant, is een proeftuin op de grens tussen tekst en geluid. Theatrale uitvoeringen, strips in geluid, verhalen voorzien van een geluidsband, gehorige teksten of abstracte geluiden. Alles kan. Elke aflevering is een op zichzelf staand werk, geschreven, opgenomen en gemonteerd door Patrick Bassant.

Literaire kritieken

DW B positioneert zich stevig middenin het literaire debat. Bekijk hieronder de nieuwste literaire kritieken.

Onze compassie. Over gemeenschap en individualisme bij Leonard Nolens

Begon het op het moment dat de naald met insuline in zijn buik verdween en er weer uit tevoorschijn kwam? Was het kortom een reactie van mijn lichaam op de aanblik van het kwetsbare lichaam van een ander, zoals veel mensen er moeite mee hebben naar een bloedend lijf te kijken? Ik denk dat er iets anders was dat zorgde dat ik die avond bijna flauwviel: het uitvoerige gesprek dat we op dat moment voerden over diabetes. De vriend bij wie mijn vriendin en ik op bezoek waren, vertelde over de soms ontstellende vermoeidheid die hij het afgelopen jaar had ervaren, over de diagnose van diabetes type 2 die bij hem gesteld was en over de effecten die de ziekte had op zijn dagelijkse leven. Nuchter vertelde hij over het feit dat hij zich sinds hij insuline moest spuiten veel beter bewust was van het energieverbruik van zijn lichaam: ‘Als ik een dag in het weekend besluit een stuk op de racefiets te gaan rijden, moet ik goed opletten dat ik een flink grotere dosis insuline spuit, dan wanneer ik op de bank blijf zitten.’            Enkele minuten later zat ik met mijn hoofd tussen mijn knieën om ervoor te zorgen dat ik niet flauw zou vallen. Ik was aanvankelijk niet erg geneigd om er veel betekenis aan toe te kennen: het was warm geweest en we aten pas laat, dus ongetwijfeld had een energietekort me parten gespeeld. De maanden daarna overkwam het me echter vaker: wanneer ik luisterde naar een verhaal van iemand die ziek was geworden, en wanneer in groot detail de symptomen en de behandeling werden besproken, voelde ik me licht worden in mijn hoofd en moest ik me met een smoes aan het gesprek onttrekken om niet tegen de vlakte te gaan. Na de derde keer zei ik gekscherend tegen mijn vriendin: ‘Misschien is het een aanwijzing dat ik me te veel inleef in het lijden van een ander.’ Ze antwoordde: ‘Je kunt het ook minder positief stellen: je bent op zo’n moment zozeer met jezelf bezig dat je je iets toe-eigent dat je niet toebehoort.’            Ik vrees dat ze gelijk heeft. Blijkbaar bezit ik een agressief soort intolerantie tegenover andermans lijden: ik betrek het op mezelf, met als effect dat mijn lichaam ter plekke faalt. Dat zorgt er niet alleen voor dat ik degene ben die de zorg en aandacht opeist – terwijl ik daar op dat moment geen enkel ‘recht’ toe heb – maar ook dat het lijden van de ander naar de achtergrond wordt gedrukt. Tot mijn diepe schaamte moest ik bij het volgende bezoek aan onze vriend constateren dat hij zijn insuline niet meer openlijk inspoot, maar buiten mijn zicht. Het voelde alsof ik hem dwong zijn ziekte te verbergen.

Lees meer »

Een portret van de kunstenaar als jonge fan. Over 'De jongste zoon' van Bart Meuleman

Is De jongste zoon van Bart Meuleman een autobiografisch boek? Op een strategische plek wordt een beroemd credo van Daniël Robberechts aangehaald, uit de finale van Tegen het personage: ‘Werkelijkheidshalve kunnen wij maar één enkel verhaal vertellen: het onze.’ Meuleman lijkt in de roman inderdaad over zichzelf te spreken en niet over verzonnen personages. Het boek bestaat uit vier delen, min of meer identiek gestructureerd, en een epiloog. In het begin zit de verteller als kleuter bij zijn moeder op de fiets. In het tweede deel is hij een tiener die naar rockmuziek luistert; in het derde deel gaat hij film studeren. In het laatste deel heeft de verteller een zinloos baantje als tekstschrijver voor Tien Om Te Zien, een muziekprogramma op de Vlaamse commerciële televisiezender VTM. In de epiloog worden al zijn bezittingen in een bestelwagen geladen en verlaat hij definitief het ouderlijke huis. Toch blijft Meuleman gedeeltelijk buiten beeld. Het verhaal dat hij ‘werkelijkheidshalve’ vertelt, is dan wel het zijne, het is niet alleen maar van hem. Om over zichzelf te spreken, doet hij een beroep op vele anderen. Het zijn geen echte personages, maar toch is een belangrijke rol weggelegd voor hun werk en hun bezigheden. Het gaat om schrijvers en dichters als Maurice Gilliams, Leo Pleysier en Hans Faverey, om regisseur Rainer Werner Fassbinder, theatercriticus Wim van Gansbeke, theatermaker Jan Decorte, zangers Helmut Lotti en Will Tura, architecten Paul Neefs, Jos Ritzen en Jozef Schellekens. Het is merkwaardig dat een boek waarin familieverwantschappen geen grote rol spelen, een titel draagt als De jongste zoon. Of zijn jongste zonen – als licht gewijzigde herhaling van de voorafgaande kinderen – minder belangrijk binnen een gezin, waardoor ze zich van de weeromstuit niet diepgaand laten beïnvloeden door hun ouders?

Lees meer »

Ik wil niet sentimenteel doen. Maarten van der Graaff naast Hakim ik weet niks

De daklozenkrantverkoper gaf me twee A4’tjes. ‘Mooie gedichten, moet je lezen.’ Vanaf dat moment kreeg hij een naam voor me: Hakim ik weet niks. Dat pseudoniem herkende ik, ik had zijn gedichten vaker in de schrijfrubriek van de daklozenkrant gelezen. Toen al waren ze me opgevallen als interessanter en beeldrijker dan de gemoedsuitstortingen die meestal in het blad te vinden zijn. Maar met de twee langere gedichten die ik nu in handen had gekregen maakte hij pas echt indruk. Ze gingen bovendien volop resoneren met de bundel Vluchtautogedichten van Maarten van der Graaff die ik op dat moment aan het lezen was.

Lees meer »

De belgitude van Marc Reugebrink

De cover van Het Belgisch huwelijk, de nieuwe roman van Marc Reugebrink (1960) tracht iets uit te leggen: de titel is afgedrukt in de kleuren van de Belgische vlag, maar het geel is vervangen door wit, omdat de achtergrondkleur al geel is; een witte vrouwenschoen stapt naar boven, een zwarte mannenschoen naar onder; de woorden staan schots en scheef, ook het woord ‘roman’. Het ‘Belgisch’ huwelijk tussen een Hollandse man en een Vlaams meisje is blijkbaar even problematisch als België zelf. Alles loopt even krom als de letters. De beide schoenen lopen de tegengestelde richting uit.

Lees meer »

Schilder van stemmige miniaturen

Less is more in de opvatting van Leo Pleysier. Schrijven bestaat voor hem voor een groot deel uit schrappen en het aanbrengen van witruimte, net zolang tot er geen woord te veel staat en geen spatie te weinig. Wit is altijd schoon (1989) is niet toevallig de titel van Pleysiers bekendste roman en mijlpaal in zijn oeuvre. Een ander belangrijk onderdeel in zijn schrijfproces is het arrangeren van stemmen, die in zijn werk schijnbaar rechtstreeks – zonder bemiddelende of becommentariërende instantie – tot de lezer komen. Dat arrangeren van stemmen bestaat, net als bij de tekst, niet alleen uit het aan elkaar hangen van woordenstromen, maar ook uit het neerleggen van stiltes die voor het eindproduct minstens zo cruciaal zijn. Wanneer je de romans en novelles van Pleysier leest, dan herken je in de eerste oogopslag kleine nostalgische familieherinneringen en alledaagse scènes uit het gewone Vlaamse (dorps)leven en hoor je de taal van ‘de gewone man’, die gekenmerkt wordt door een opeenstapeling van clichés. Denk maar aan de monoloog van de dode moeder in Wit is altijd schoon die haar zoon in een Vlaamse tussentaal bestookt met roddels en banaliteiten van de voorbije dagen of aan de jeugdherinneringen van de hoofdpersoon verteld vanuit kinderperspectief in Dieperik (2010). Pleysiers boeken ademen een bedrieglijke en zelfs ogenschijnlijk oppervlakkige eenvoud uit. Maar vergis je niet, want in zijn composities speelt hij heel bewust met de Gestaltwetten die onze waarneming bepalen. Tegen de achtergrond van de oppervlakkige banaliteiten, in de witruimtes die door de woorden zijn afgetekend en in de stiltes rondom de stemmen, tekent zich een dimensie af die pas bij de tweede aanblik op de voorgrond treedt. (Zoals de bekende optische illusie van de witte vaas die plotseling opdoemt tussen twee zwarte gezichten.) Het is in het spel tussen die contrasten, tussen voorgrond en achtergrond dat het literaire werk van Pleysier tot leven komt en zijn diepte krijgt.

Lees meer »

Feuilles Volantes

Dirk Leyman, literair journalist en writer-at-large bij DW B, schrijft in deze heropgestarte rubriek Feuilles Volantes regelmatig een soms polemisch getinte beschouwing. Over actuele literaire gebeurtenissen, een opmerkelijke publicatie, een boekentendens of de schrijverswereld. Met geslepen pen & af en toe een schot voor de boeg.

Aflevering 1 - Fixdit, een manifest van wisselende makelij

Dirk Leyman, literair journalist en writer-at-large bij DW B, schrijft in deze heropgestarte rubriek Feuilles Volantes regelmatig een soms polemisch getinte beschouwing. Over actuele literaire gebeurtenissen, een opmerkelijke publicatie, een boekentendens of de schrijverswereld. Met geslepen pen & af en toe een schot voor de boeg. Zijn eerste bijdrage gaat over Optimistische woede, het manifest van het collectief Fixdit.

Lees meer »