Een intrigerende impasse tussen leven en dood. Over 'Een week' van Jeroen Theunissen
In de zesde roman van Jeroen Theunissen, Een week, wordt het relaas van een stervende vrouw opgevoerd. Dat klinkt zwaar, maar de complexiteit van een gekozen dood, de opluchting en het verdriet, het vasthouden en loslaten, voert een intrigerende boventoon. Hoofdpersonage en verteller Liz wordt net 62 jaar wanneer ze, doodziek (uitgezaaide kanker), wil sterven. Dat doet ze op de eerste bladzijde van het boek (‘En ik zak al weg, maar leef nog’), wanneer aan het einde van de week, vrijdag vijfentwintig augustus, euthanasie plaatsvindt. Het boek springt vervolgens gedurende een week telkens één dag terug de tijd in, een interessante structuur die Gustaaf Peek in Godin, held (2016) al succesvol toepaste.