Aflevering 4 - Van Roger Martin du Gard tot K. Schippers
Dirk Leyman signaleert ‘verse leeswaren’: originele publicaties, opmerkelijke boeken en nieuwigheden, met ook aandacht voor literaire essayistiek die elders minder aan bod komt.
In het rijk geïllustreerde nummer Tussenruimte streven curator Jan Lauwereyns en fotograaf Tomohiro Hanada via kunst, liefde, natuur, filosofie naar onvatbare moments of being, naar ‘epifanische’ momenten. Via de epifanie gaat het naar een onbegrensde tussenruimte. De (Japanse) tussenruimte is als de flits van licht tussen twee eeuwigheden van duisternis. Een hyperintensief existentialisme, met omkeringen van typische rollen: de stem van de fotograaf, de blik van de dichter. Een focus die verbijstert, verwart én je ten slotte opnieuw doet kijken.
Lauwereyns en Hanada leveren, behalve een korte inleiding, zelf ook teksten en foto’s af. Met bijdragen van Anastasiya Andreeva, Nick Hannes, Mari Kashiwagi, Junko Kawakami, Hester Knibbe, Yusuke Miyake, Yasuhiro Yotsumoto en Miek Zwamborn.
Buiten de focus introduceren we spannende nieuwe literaire stemmen als Twan Vet en Julien Staartjes. En de Russische, in
België wonende Svetlana Zakharova kijkt in haar tekst ‘Eb en bloed’ diep in de ziel van haar jeugd én haar land. Dichter Erik Spinoy zet in DW B zijn eerste stappen als prozaïst. Romancier en verhalenschrijver Rob Van Essen debuteert dan weer als dichter. Er is ook nieuwe poëzie van Peter Verhelst en Charles Ducal. Filip Rogiers serveert met ‘Titus’ historisch proza over de zoon van Rembrandt. Kreek Daey Ouwens spit in haar verleden.
In het kader van het CELA-project brengen we een tekst van aanstormend internationaal talent: de Poolse Aleksandra Lipczak.
In Tussenruimte vindt u een prachtige reeks kleurfoto's van Tomohiro Hanada, Zonlicht dat door openingen binnendringt.
Ook vindt u in het nummer beelden van de Japanse kunstenaar en componist Hideki Umezawa.
De inleiding van het nummer Tussenruimte werd geschreven door curator Jan Lauwereyns en fotograaf Tomohiro Hanada.
Foto: Jonathan Ramael
De kernredactie van DW B verwelkomt een nieuw lid, Esohe Weyden. Ze is een dichteres die zich vooral bezighoudt met spoken word. Esohe Weyden is de campusdichter van Universiteit Antwerpen, waar ze rechten studeert. Ze presenteert verschillende literaire evenementen, waaronder Mensen zeggen dingen in Antwerpen en Gent en werkt ook als stadsreporter voor ATV. Ze bracht haar poëzie al op de meest uiteenlopende planken, van klassieke podia als Arenberg en Vooruit en festivals als de Gentse Feesten en Pukkelpop tot op het burgerlijk defilé van de Nationale Feestdag 2021. In het voorjaar van 2022 kwam haar debuutbundel Tussentaal uit bij Uitgeverij Vrijdag.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Dirk Leyman signaleert ‘verse leeswaren’: originele publicaties, opmerkelijke boeken en nieuwigheden, met ook aandacht voor literaire essayistiek die elders minder aan bod komt.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf regelmatig voor verse leeswaren. Hij signaleert opmerkelijke boeken, originele publicaties, literaire essayistiek én nieuwigheden.
Literair journalist Dirk Leyman zorgt in Klein Beschrijf maandelijks voor verse leeswaren. Hij signaleert dit keer een zestal opmerkelijke boeken en originele publicaties, essayistiek en nieuwigheden.
DW B positioneert zich stevig middenin het literaire debat. Bekijk hieronder de nieuwste literaire kritieken.
1 jun. 2018 12:03
‘Stel dat je van een schip, elke maar dan ook elke plank vernieuwt, is het dan nog hetzelfde schip?’ Deze paradox van het schip van Theseus is de centrale vraag waar de recente roman van schrijver, dichter, theatermaker Peter Verhelst meesterlijk omheen danst.
1 jun. 2018 11:09
Altijd interessant wanneer een cultureel object – of dat nu een theatervoorstelling, een kunstexpositie, een film of een literair werk is – bij critici zulke scherpe tegengestelde reacties oproept. Neem Kindsoldaat van Oscar van den Boogaard. De roman ontving zowel vier- en vijfsterrenrecensies als afbranders van twee ballen; het boek werd zowel bestempeld als ‘een literaire parel’ (Het Nieuwsblad) en ‘een verrukkelijke taalbelevenis’ (Standaard der Letteren) als ‘een grotesk boek’ (de Volkskrant) en ‘een oppervlakkig portret’ (Trouw).
15 mrt. 2018 12:12
Je moet het maar durven, een nieuwe bundel beginnen met een conclusie. Dat is wat Bart Janssen in zijn nieuwste bundel Tegen het scheuren doet. Het is niet te hopen dat de dichter hiermee zijn lezers een weinig omfloerste boodschap wil meegeven. Want in geen geval mag dit de laatste bundel van Bart Janssen zijn.
1 mrt. 2018 11:20
Tal van Nederlandse en Vlaamse auteurs hebben zich in recente jaren aan het migratievraagstuk gewaagd. Tommy Wieringa wijdde in een periode van vijf jaar drie boeken vrijwel geheel aan onze omgang met volkeren van elders (Dit zijn de namen (2012), De dood van Murat Idrissi (2017), De heilige Rita (2017)). Annelies Verbeke schreef met Dertig dagen (2016) een roman waarin xenofoob geweld het aanvankelijk aangename leven van een niet-westers personage in een Vlaams dorp te pletter slaat. Eerder schetste Özcan Akyol met Eus (2012) een beeld van een draaideurcrimineel uit een Turks gastarbeidersgezin dat allesbehalve ‘geïntegreerd’ is. Met zijn jongste roman Zuivering (2017) doet ook Tom Lanoye een flinke duit in het zakje.
31 jan. 2018 11:37
Beste wolven,
25 jan. 2018 13:34
Over een landweggetje, ingeklemd tussen hoge bergen, wandelt een dichter. Grauwe luchten overkoepelen haar, mist trekt op en weldra vallen de eerste sneeuwvlokken. Het is er stil, eenzaam ook. Nu eens wordt het landschap onthuld, dan weer aan het oog onttrokken. Misschien dat een enkele boer passeert, een vrolijk kind voorbij holt, of dat een andere dichter vanuit de verte naderbij komt. Maar de dichter heeft niet veel nodig. De wereld is haar plaats. Zo stellen wij ons Miriam Van hee voor, dwalend over een veldweggetje ergens in de Alpen of het Zwarte Woud, waar ze Robert Walser tegen het lijf loopt. Die geeft haar deze geruststellende woorden mee, als enige richtingaanwijzer voor de tocht die nog komen gaat: ‘Man braucht nicht viel Besonderes zu sehen. Man sieht so schon viel.’ In het Nederlands vertaald klinken de woorden als veel directer tot een persoon gericht, als een appel haast: ‘Je hoeft niet veel bijzonders te zien. Je ziet zo al veel.’ Dankbaar hoort ze de oude dichter aan en besluit deze woorden als motto bij haar nieuwe bundel, als werden wij ergens ontboden, op te nemen. De twee zinnen, zo weten wij, komen uit Kleine Wanderung, een kortverhaal uit 1914 waarin Walser een vergelijkbare voettocht over een landweg beschrijft. Een oproep tot ontvankelijkheid, zo mogen we het verhaal lezen dat niet meer dan een enkele pagina beslaat, als wil het de daad bij het woord voegen. Voor wie ontvankelijk is voor de eenvoud, opent zich een wereld.