De biografie als ziektegeschiedenis. Over 'Cholerastad' van Atte Jongstra
In 1989 publiceerde Jongstra zijn eerste fictieboek, de verhalenbundel De psychologie van de zwavel. Het derde verhaal heette ‘Hoofdstuk vijf opnieuw gelezen’ en ging over de wetenschappelijke onderneming van twee heren, B. en P. Zij wilden nagaan hoeveel waarheid er in literatuur te vinden was en ze zochten naar een strikt wetenschappelijke methode om dat gehalte te bepalen. In hun speurtocht naar bronnen en methodes stootten ze op Bouvard et Pécuchet van Gustave Flaubert. Dat boek vol verzinsels en vaak absurde wetenschappelijke theorieën blijkt letterlijk en figuurlijk de basis en de spiegel van hun bestaan. Fictie en realiteit blijken kopieën van elkaar. Geconfronteerd met hoofdstuk vijf van Bouvard et Pécuchet zien B. en P. slechts één mogelijkheid: ‘Niet over nadenken. We kopiëren het!’