Schrijven uit vriendschap. Over De 'Weergekeerde Bloem' van Wessel te Gussinklo
De titel van de nieuwe roman van Wessel te Gussinklo (1941) draagt zowel mulischiaans gewicht als, met zijn bombastische hoofdletters, reviaanse ironie: De Weergekeerde Bloem. Dat de roman een mulischiaanse samenhang nastreeft, kondigt het motto aan: ‘Maar in het hoogste stadium, dat van de Weergekeerde Bloem, wist hij in zekere zin helemaal niet meer wat hij deed: daar heerste de opperste vrijheid van de leegte.’ Het citaat komt uit Mulisch’ roman Hoogste tijd (1985), waar er in plaats van ‘Weergekeerde’ ‘Teruggekeerde’ staat. In een lang gesprek met hoofdpersonage Uli Bouwmeester legt de directeur van theater Kosmos de principes van het Japanse no-theater uit. Zeami Motokiyo (ca. 1363-ca. 1443), auteur en theoreticus van het no-theater, gebruikt in zijn traktaten de metafoor van de bloem (‘hana’) als een na te streven esthetisch ideaal voor de acteur. Want de acteur is als een bloem en probeert de ultieme bloei te bereiken in zijn kunst. Door als een bloem te bloeien brengt de acteur vervolgens iets teweeg bij de toeschouwers. Van de verschillende stadia die Zeami in dat proces onderscheidt, is de ‘Teruggekeerde Bloem’ het summum, ‘een slotstadium van onzegbare voortreffelijkheid’ zoals het in Hoogste tijd heet.