Laat ze allemaal, in hemelsnaam, lang en hoorbaar zwijgen. Over 'Ongevraagd advies' van Ester Naomi Perquin
De teksten van Stromae zijn eenvoudig, vindt de man in de bus naast me. Hij is geen verkeerde vent, maar lijkt moeite te hebben met figuurlijke grijstinten. We zijn op de terugweg van een vierdaagse groepsreis naar Parijs en hij heeft me verschillende keren een boek zien lezen over moderne kunst, maar laat hardop weten dat hij dat niet kan rijmen met mijn pet, waarop het logo van de Amerikaanse hiphopgroep Wu-Tang Clan prijkt. We pakken er de tekst van ‘Papaoutai’ bij, omdat dat zo’n simpele tekst zou zijn. Ik leg uit dat er twee verschillende levensfases door elkaar lopen in dat nummer: enerzijds het kind dat denkt dat zijn vader zich verstopt en op zijn vingers aftelt tot hij kan zoeken; anderzijds de inmiddels volwassen man die begrijpt dat zijn verwekker niet meer terugkomt en zich geconfronteerd ziet met vragen rondom zijn eigen positie in de wereld. Ik leg mijn medepassagier uit dat die dubbelzinnigheid juist zo mooi kan zijn aan kunst, dat daardoor extra betekenis kan ontstaan. Dat wil er volgens mij nog niet helemaal in bij hem.